Iedereen die de ontspanknop van een camera kan indrukken kan een foto maken. Door gebruik te maken van beeldtaal en beeldelementen kun je een foto krachtiger maken. Eén van de beeldelementen is compositie: denk hierbij aan de bekende ‘regel van derde’ of de ‘gulden snede’. Je maakt hierbij gebruik van zogenoemde ‘snijlijnen’. Het is de bedoeling dat het belangrijkste punt van je foto op één van de snijlijnen ligt. Om eerlijk te zijn kan ik niet zo goed tegen het woord ‘regel’ …. dus ik noem het liever een richtlijn. Vaak zie je in een foto dat het onderwerp zowel horizontaal als verticaal mooi in het midden staat afgebeeld. De foto wordt hierdoor helaas statisch en daardoor soms ook saai. Ga je juist het onderwerp uit het midden plaatsen dan wordt het beeld veel krachtiger en een echte blikvanger.

Behalve de bekende ‘gulden snede’ en de ‘regel van derde’ compositie richtlijn is er nog de zogenoemde ‘diagonaal methode’. En hiervan ben ik persoonlijk groot fan! Deze methode is al terug te vinden in de schilderijen van de oude meesters en krijgt tegenwoordig steeds meer bekendheid.
Je vraagt je nu misschien af hoe het werkt? Vanuit de hoeken van je foto trek je een lijn, hierdoor ontstaan er vier diagonale snijlijnen. Door het belangrijkste deel van je onderwerp, zoals in het bijvoorbeeld het oog, op zo’n snijlijn te plaatsen wordt de aandacht van de kijker hier heen geleid.

Dit betekent echter niet dat een centrale plaatsing per definitie fout is. Zo kun je reflecties-spiegelingen van bijvoorbeeld een hele mooie lucht in water hebben en daarbij dan de horizon in het midden zetten. Ga je architectuur fotograferen dan ontkom je er soms niet aan om een centrale compositie te gebruiken.
Zoals altijd in de fotografie is het vooral héél goed kijken; doe eens een stapje naar voren, achteren, links of rechts en je zult je verbazen over het andere beeld wat je te zien krijgt.
Mijn slogan luidt dan ook ‘kijken, kijken en dán klikken’ 😉

Veel fotografie plezier en tot ziens!